Bel ons bij vragen +32 (0)9 364 84 69

Oorcorrectie

oorcorrectie

Afstaande oorschelpen of ‘flaporen’ zijn op zich niet erg, maar kunnen aanleiding tot pesten, vooral bij kinderen. Een oorcorrectie kan uitgevoerd worden vanaf 4 – 5 jaar, de leeftijd voor ze naar de lagere school gaan. Ook volwassenen nemen soms op latere leeftijd nog de beslissing om een otoplastie te ondergaan. Bij pasgeboren babies kunnen oorafwijkingen met een verband in goede evolutie gebracht worden. Hierbij wordt met zachte was een moule gemaakt, zodat het groeiende oor en het zachte kraakbeen vanbinnen geleid wordt tot goede vorm.

De ingreep zelf gebeurt via een insnede langs de achterzijde van het oor, zodat deze in de plooi valt en nagenoeg onzichtbaar blijft. Bij sommige oren is er teveel kraakbeen rondom de uitwendige gehoorgang ( de zogenaamde concha), en dient dit verwijderd te worden.

oorcorrectie

Bij andere oren wordt het afstaan juist veroorzaakt door een te weinig aanwezige plooi in de oorschelp (antihelicale plooi). De techniek wordt navenant aangepast, of een combinatie van beide technieken wordt verricht.
De hechtingen zijn verteerbaar. Na de operatie is er wel 3 dagen een drukverband rondom het hoofd, dit wordt door de arts zelf verwijderd. Hierna is er nog een week waarbij de patient ’s nachts een “oorverwarmer”/ band moet dragen om de oren tijdens de slaap te beschermen.

Doorgescheurde oorlel

Het dragen van te zware oorringen, expanders of gewoon een ongeluk kunnen leiden tot vervorming of doorscheuren van de oorlel.
Onder lokale verdoving kan de oorlel in de meeste gevallen vrij snel hersteld worden. Bij de meeste huidtypes geeft dit ook geen zichtbaar litteken.
Na de ingreep kunt u onmiddellijk uw activiteiten opnemen. Een verband is niet nodig. Het oorsponkelijke piercing-gaatje wordt beter niet bewaard, en de weefsels moeten ook best gedurende een drietal maand steviger worden vooraleer een nieuwe oorbel kan worden gedragen.